Pseudonimisatie en werking PVM
Publicatiedatum: 2-5-2019
Disclaimer
Alle informatie op deze pagina komt van ZorgTTP. De meest actuele informatie over de PVM is terug te vinden op https://www.zorgttp.nl/pseudonimisatie/.
Hoe beveiligt de PVM mijn data?
Pseudonimisatie
Pseudonimisatie is een maatregel die kan worden ingezet ter bescherming van persoonsgegevens. Pseudonimisatie kan omkeerbaar en onomkeerbaar worden opgezet. In de ZorgTTP dienstverlening wordt onder ‘pseudonimiseren’ het onomkeerbaar omzetten van een persoonsgegeven naar een niet tot de oorspronkelijke persoon terug te herleiden unieke code verstaan. De omzetting verloopt in een aantal stappen waarbij het cruciaal is dat één van deze stappen bij een zogenaamde Trusted Third Party (TTP) wordt uitgevoerd. De bij de TTP uitgevoerde stap is geheim voor zowel de aanbieder van de gegevens als de ontvangende partij in de pseudonimisatieketen. Op deze wijze kan de relatie tussen pseudoniem en persoonsgegeven worden verbroken en is het niet langer mogelijk om via het aangemaakte pseudoniem terug te gaan naar de direct identificerende gegevens behorende bij de natuurlijke persoon waarop het pseudoniem betrekking heeft.
Pseudonimisatieproces
Het pseudonimisatieproces bestaat in het kort uit de volgende stappen:
1. De informatiebron heeft een bestand gegenereerd dat voldoet aan de vooraf gedefinieerde en overeengekomen berichtspecificaties;
2. Het bestand wordt verwerkt met de door ZorgTTP aan de informatiebron beschikbaar gestelde verzendsoftware;
3. Het aangeboden bestand wordt lokaal voor de eerste maal bewerkt met de door ZorgTTP beschikbaar gestelde software;
4. Na de eerste bewerking van het bestand door de informatiebron is een scheiding aangebracht tussen persoonsgegevens en overige inhoudelijke data. Op de persoonsgegevens wordt vervolgens een eerste omzetting uitgevoerd. Hierna volgt transport via een beveiligde internetverbinding naar ZorgTTP.
5. ZorgTTP voert met behulp van centrale pseudonimisatie software een tweede bewerking uit op de ontvangen gegevens waarbij een voor de ontvanger specifiek wachtwoord wordt gebruikt. Na deze bewerking is sprake van definitieve pseudoniemen in de het bestand;
6. Na verwerking wordt het gepseudonimiseerde bestand vrijgegeven en kan het worden opgehaald door de ontvangende partij met een daartoe beschikbaar gestelde ontvangstmodule.
Pseudonimisatieketen
Iedere pseudonimisatieketen bestaat uit drie op elkaar afgestemde componenten:
1. Privacy- en Verzend Module (PVM) wordt gebruikt door de zorgaanbieders.
2. Centrale Module TTP (CMT) wordt gebruikt door ZorgTTP.
3. Doel- en Receive Module (DRM) wordt gebruikt door InfinitCare.
De onderstaande afbeelding laat zien hoe het pseudonimisatieproces verloopt. De drie verschillende kleuren komen overeen met de drie componenten. De PVM is het oranje gedeelte, de CMT is het blauwe gedeelte en de DRM is het rode gedeelte.
Proces van de PVM
De Privacy Verzend Modulewordt gebruikt door de aanbiedende partij, dat is de informatiebron. De module kent een aantal functies. Allereerst wordt een aantal controles uitgevoerd op het aangeboden bestand. Daarna worden de persoonsgegevens omgezet in zogenaamde pre-pseudoniemen. Vervolgens wordt een scheiding aangebracht tussen de pseudoniemen (het sleuteldeel) en de bijbehorende data (het datadeel). Beide delen worden vervolgens beveiligd met behulp van encryptie op zodanige wijze dat het sleuteldeel enkel kan worden geopend door ZorgTTP en het datadeel enkel kan worden geopend door de ontvangende partij, het doel.
Bewerkingen in de PVM
De PVM voert drie typen handelingen uit op het aangeboden bestand:
1. De PVM controleert gegevens die na pseudonimisatie worden verwijderd.
2. De PVM zet aangeboden persoonsgegevens om in een zogenaamd pre-pseudoniem.
3. De PVM voert een aggregatie slag uit op gegevens die niet mogen worden doorgegeven.
Controle op aangeboden persoonsgegevens
Op de aangeboden persoonsgegevens worden logische controles uitgevoerd zoals: ‘een datum moet voldoen aan het voorgeschreven formaat (ddmmeejj)’.
Pre-pseudonimisatie
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) eist dat een eerste versleuteling bij de informatiebron (de partij die beschikt over de te verzenden persoonsgegevens) wordt uitgevoerd. Deze eerste versleuteling wordt ook wel pre-pseudonimisatie genoemd. Een voorbeeld van een pre-pseudoniem is de tekenreeks: OS1B0039iaf4etutr0su85qv9gfsipex. In het voorbeeld vormen de eerste vier tekens (OS1B) de zogenaamde handtekening van het pseudoniem. Aan deze handtekening kan herkend worden dat het gaat om een ‘Onbewerkte Sleutelwaarde’ (OS) van het 1e niveau (1) voor het type pseudoniem ‘B’. Daarbij slaat het 1e niveau op de eerste bewerking bij de informatiebron en de ‘B’ op het gebruikte persoonsgegeven; het burgerservicenummer (BSN). Het feitelijke pseudoniem wordt gevormd door de reeks van 28 tekens volgend op de handtekening.
Aggregatie
Voorbeelden van aggregatie op de aangeboden gegevens zijn:
a. De postcode wordt omgezet van 6-karakters (NNNNAA) naar 4-cijferig (NNNN);
b. De geboortedatum (ddmmeejj) wordt bewerkt naar geboortejaar en geboortemaand.