/
Zorgpaden: Behandeleffect (ROM)

Zorgpaden: Behandeleffect (ROM)

Inleiding

De rapportage 'Zorgpaden' voor locatie bevat verschillende grafieken die inzicht geven in de meest voorkomende uitkomsten. In eerste instantie wordt een samenvatting getoond van de belangrijkste indicator van elke uitkomst, daarna wordt in detail inzicht gegeven in verschillende indicatoren van elke uitkomst.

In deze paragraaf worden de 3 verschillende grafieken nader toegelicht. Namelijk die meetdomeinen, die door middel van ROM gemeten worden. Bij de Zorgpaden rapportage gaat het hierbij om Eetstoornis, Sociale Rol, en Klachten en Symptomen.

Alle grafieken worden op dezelfde wijze getoond. Hieronder wordt de grafiek Klachten en Symptomen uitgelegd. De andere grafieken werken identiek. 

Grafiek: Klachten en Symptomen

Algemeen

Als voorbeeld ook voor de andere meetdomeinen wordt het meetdomein 'Klachten en Symptomen' genomen.

Uitkomsten van specifieke locaties

De uitkomsten, die hier getoond worden hebben betrekking op de genoemde locatie. Door bepaalde waarden te selecteren via de filters is het mogelijk voor specifieke cliëntgroepen de uitkomsten te bepalen voor de specifieke locatie. 

Uitkomsten van de selectie

De uitkomsten, die hier getoond worden hebben betrekking op het gemiddelde van de geselecteerde locaties. Door bepaalde waarden te selecteren via de filters (Organisatie niveau 1) is het mogelijk om alleen bepaalde locaties te zien. Het gebruiken van de filters heeft consequenties op de te tonen informatie. Dit in tegenstelling tot de uitkomsten die staan bij 'Instelling'. 

Uitkomsten van de gehele instelling

De informatie die hier getoond wordt geldt voor alle behandeltrajecten van de instelling. Het gebruiken van filters heeft geen consequenties op de te tonen informatie.

Uitkomstindicatoren

Bij Klachten en Symptomen wordt de uitkomst weergegeven in de mate van verbetering gebaseerd op de delta T-score (zie hoofdstuk Bepalen van Zorgeffect). Deze mate wordt uitgedrukt op verschillende manieren, namelijk een verdeling gebaseerd op de concepten van “klinisch significante verbetering” (“reliable change index”) en de gemiddelde delta T-score (in grafiek en in waarde).

Voorbeeld

Reliable Change

Bij de Reliable Change wordt een procentuele onderverdeling getoond van de uitkomst van de behandeling. Er zijn 4 categorieën gedefinieerd, namelijk:

  • % Hersteld
    • De verbetering is klinisch significant en de eindscore valt binnen de normering van 'gezonde' personen
  • % Verbeterd
    • De verbetering is klinisch significant echter de eindscore valt niet binnen de normering van 'gezonde' personen
  • % Onveranderd (stabiel gebleven)
    • De verbetering is niet klinisch significant
  • % Verslechterd
    • De verbetering is klinisch significant en de delta T-score is negatief

Bij deze grafiek wordt de uitkomst bepaald op basis van de T-scores.

Delta T

Naast de procentuele onderverdeling wordt binnen deze grafiek ook informatie getoond over de T-scores. De volgende waarden worden getoond:

  • Delta t
    • De gemiddelde delta T van de behandeltrajecten, waarbij deze waarde getoond wordt in een grafiek en als waarde.
    • Bij de grafiek is een bovengrens gedefinieerd van maximaal 15.  
  • Start
    • De gemiddelde T-score van de voormeting
  • Einde
    • De gemiddelde T-score van de nameting
    • Deze score is dus relevant om te bepalen of de cliënt binnen de normering van 'gezonde' personen valt.

Aantal

Het aantal, dat getoond wordt is het aantal zorgpaden dat bij deze uitkomstindicator een geldige uitkomst heeft.