De inrichting van de meetstructuur vindt plaats in SAM bij Beheer/Taken/Beheer geplande acties. Daar kan een geplande actie gemaakt worden.
![](https://infinitcare.atlassian.net/wiki/download/attachments/707264996/image2018-6-10_11-40-24.png?version=1&modificationDate=1555355951651&cacheVersion=1&api=v2)
Vervolgens kan het meetproces per meetinstrument worden ingericht.
De inrichting bestaat uit drie onderdelen:
- Specificatie van behandeltrajecten
- Bepaling geldigheidsperiode meting
- Bepaling meting en respondent
De onderdelen zijn in dezelfde volgorde in het blauwe, rode en groene kader aangegeven.
![](https://infinitcare.atlassian.net/wiki/download/attachments/707264996/image2018-6-10_11-46-40.png?version=1&modificationDate=1555355952425&cacheVersion=1&api=v2)
Kies eerst de actie Genereren meting
Specificatie van behandeltrajecten
Deze instellingen bepalen voor welke behandeltrajecten het betreffende meetinstrument uitgezet moet worden.
- Trajecttype: het financieringstype waar het behandeltraject betrekking op heeft.
- Zorgdomein: het zorgdomein, waar het zorgtraject betrekking op heeft.
- Minimum en maximum leeftijd patiënt: Alleen behandeltrajecten worden meegenomen, waarbij de leeftijd van de cliënt op het verwerkingsmoment hieraan voldoet.
- Patiënttype ROM: Dit kenmerk kan door de zorgaanbieder bij de cliënt worden gedefinieerd binnen het EPD. In het geval dit veld meekomt in het in te lezen EPD-bestand, kan op basis van dit veld het traject nader worden gespecificeerd.
- Taal: Dit kenmerk zorgt ervoor dat alleen van cliënten, waarbij in het EPD-bestand is aangegeven wat de specifieke taal is de betreffende behandeltrajecten geselecteerd worden. Dit kenmerk wordt vaak gebruikt bij Taal-specifieke meetinstrumenten.
- Welk traject: Dit kenmerk zorgt ervoor dat alleen alleen bij bepaalde trajecten (Initieel en/of alle Vervolg) een meting wordt uitgezet.
Bepaling geldigheidsperiode meting
Deze instellingen bepalen het moment waarop een meting uitgezet moet worden en de periode waarop deze ingevuld mag worden.
Nb: De tijdseenheid (dagen, weken, maanden) kan ingesteld worden bij parameter 5.15 binnen beheer. Bij deze beschrijving wordt uitgegaan van "Dagen".
Bepaling meting en respondent
Hier wordt het te gebruiken meetinstrument aangegeven, het type respondent en een eventuele volgorde van de meetinstrumenten.
- Meetinstrument: Het meetinstrument dat uitgezet moet worden. Hierbij wordt uit de in SAM bekende meetinstrumenten gekozen.
- Meetinstrument code in ROM-systeem: Bij dit kenmerk wordt de eventuele codering van het meetinstrument ingevuld, zoals deze binnen het ROM-systeem bekend is.
- Type respondent: De respondent die de meting moet invullen. Hierbij wordt uit de in SAM bekende respondenten gekozen.
- Volgorde meetinstrumenten: In het geval dat meerdere metingen tegelijkertijd worden verstuurd kan de volgorde worden aangegeven.
Met onderstaande instellingen wordt bepaald of er een meting moet worden uitgezet voor een traject. Er wordt geen rekening gehouden met niet ingevulde criteria.