Inleiding
Wilt u, nu en in de toekomst, controle over uw responspercentage? De SAM Respons module geeft inzicht
in het huidige responspercentage en hoe deze verbeterd kan worden.
Wilt u hier meer over weten of heeft u specifieke vragen, kijk dan hier bij SAM Respons.
Veelgestelde vragen
Controle over uw responspercentageInleiding
Beschikbare Slicers / Selectiekenmerken
De SAM
Respons module geeft inzicht in de bouwstenen van het responspercentage en de Casemix. Daarnaast wordt de impact van potentiële procesaanpassingen op het respons getoond. Binnen de rapportages kunnen eenvoudig selecties worden gemaakt op onder andere locaties, behandelaren, periode, zorgdomein en zorgtype. SAM
Respons kan gebruikt worden om te sturen op respons van DBC
's, maar ook op trajecten die op andere wijze zijn gefinancierd.
Voor gebruikers van SAM Zorgmonitor binnen Axians' Zorg GGZ is een aparte handleiding.
Algemene informatie SAM Respons
Expand | ||
---|---|---|
|
Respons voor het SBG
De ROM-respons is - in de definitie van SBG - de proportie diagnosebehandelcombinaties die is aangeleverd inclusief voor- én nametingen, zodat de informatie bruikbaar is voor benchmarken op behandeluitkomst. Hierbij moeten de DBC’s ook evalueerbare DBC’s zijn. Dat wil zeggen, dat de metingen zijn aangeleverd volgens de koppelregels van de Minimale Data Set.
De koppelregels voor SBG of voor- en nametingen geldig zijn als volgt:
- per DBC-traject wordt gekeken wat het eerste of laatste behandelcontact is op basis van de volgende activiteiten binnen het traject: act_2 (intake), act_3 (behandeling), act_4 (begeleiding) en act_9 (dagbesteding)
- de meetinstrumenten komen overeen met de meetinstrumenten die SBG per zorgdomein/meetdomein combinatie accepteert.
- de meting valt binnen de geldige periode van drie(3) maanden: voormeting voor of na het eerste behandelcontact en nameting voor of na het laatste behandelcontact.
- de meetinstrumenten van de voor- en nameting zijn aan elkaar gelijk, omdat een behandeling met ongelijke meetinstrumenten niet te evalueren is.
- de respondenten van de voor- en nameting zijn aan elkaar gelijk.
- voor alle verplichte meetdomeinen is een voor- en nameting vereist.
Per 1 januari 2016 zijn nieuwe koppelregels vastgesteld door SBG. Daarmee zijn de koppelregels voor alle zorgdomeinen gelijk, zoals boven samengevat. Tot 1 juli 2016 kan nog op basis van de oude koppelregels worden aangeleverd. Die kunnen afwijken van bovenstaande koppelregels, met name voor EPA.
Verschillen respons SBG en SAM BI Respons
SAM hanteert in principe dezelfde koppelregels als SBG. Echter. Er zijn echter wel wat verschillen in de verwerking tussen beide systemen, waardoor er ook andere responspercentages getoond worden.
- Bij SBG worden trajecten ouder dan drie maanden bevroren en binnen SAM niet. Wanneer deze trajecten na 'bevriezing' worden geactualiseerd worden deze gegevens wel in SAM verwerkt, maar niet langer in BRAM, de applicatie van SBG. Dit is een van de belangrijkste redenen van verschillen tussen SAM en BRaM.
- Bij de aanlevering aan SBG is het mogelijk om bij trajecten, die geen geldige prestatiecode hebben aan te geven of deze trajecten wel, niet of als openstaand traject aangeleverd dienen te worden. Binnen de rapportages van SAM wordt daar geen rekening meegehouden.
- Bij bepaalde meetinstrumenten, zoals de middelenmatrix keurt SBG een meting af wanneer bepaalde items niet voldoen aan de door SBG gestelde eisen. Deze eisen hebben vaak betrekking op het aanwezig zijn van bepaalde items van de meting. Binnen SAM is het mogelijk om daar ook rekening mee te houden door deze metingen als ongeldig te bestempelen en ze daardoor ook niet te koppelen en aan te leveren aan SBG.
- Deze regels worden beschreven bij de betreffende meetinstrumenten
- Een voorbeeld van zo'n regel is dat bij Middelenmatrix bij een bepaalde primaire stof ook altijd de betreffende vragen aangeleverd moeten worden.
In de linker menu balk worden de verschillende modules van SAM getoond. Klik op Respons. Na het selecteren van het hoofdmenu "Respons' wordt een startpagina getoond met de verschillende Respons rapportages, De volgende opties zijn aanwezig LocatieBinnen het submenu "Locatie" worden een aantal rapportages opgeleverd, zoals Totaaloverzicht, Afgesloten trajecten, etc. Deze rapportages worden op het aggregatie-niveau van Locatie getoond. Deze pagina's worden hieronder in detail beschreven. BehandelaarBinnen het submenu "Behandelaar" worden een aantal soortgelijke rapportages opgeleverd, zoals Totaaloverzicht, Afgesloten trajecten, etc. Deze rapportages worden op het aggregatie-niveau van Behandelaar getoond. Wanneer geen behandelaar wordt geselecteerd zal het totaal van trajecten leiden tot dubbeltellingen, wanneer er meerdere behandelaren per traject zijn. Omdat ze voor de rest grotendeels gelijk zijn aan de pagina's op Locatie-niveau worden ze verder niet beschreven. Alleen de rapportage 'Completers per behandelaar' is hier een afwijkende rapportage. Deze wordt hieronder in detail beschreven. ActualiserenBinnen deze menu optie is het mogelijk de verwerkingen op te starten, die de data, waarop de respons rapportages gebaseerd zijn te actualiseren. Dit wordt automatisch uitgevoerd gedurende de nachtverwerking, wanneer er nieuwe data is ingelezen. Binnen deze pagina wordt ook getoond wanneer de data voor de laatste keer is geactualiseerd. Er zijn verschillende functies, die data actualiseren. Afhankelijk van uw rechten worden één of meerdere getoond op de pagina. De mogelijke functies zijn:
DownloadBinnen deze menu optie is het mogelijk om de data die binnen SAM Respons gebruikt wordt ook te exporteren.Afhankelijk van uw rechten worden één of meerdere getoond op de pagina. De mogelijke downloads zijn:
Per hoofdgroep worden de beschikbare rapportages getoond. De hoofdgroepen bij Respons zijn 'Locatie' en 'Behandelaar'. Veel van de rapportages onder de hoofdgroep zijn identiek. Vaak is alleen het Aanroepen rapportPer hoofdgroep worden de beschikbare rapportages getoond. De hoofdgroepen bij Respons zijn 'Locatie' en 'Behandelaar'. Veel van de rapportages onder de hoofdgroep zijn identiek. Vaak is alleen het niveau van aggregatie anders. |
Bepalen van de respons
Expand | ||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||||||||||||
Bepalen van de responsDe respons wordt bepaald op basis van de ingerichte koppelstructuur (zorgdomein / meetdomein / meetinstrument). Het uitgangspunt om het responspercentage te bepalen is dat op trajectniveau gekeken wordt wat de respons is en niet per meetdomein. Verplicht meetdomeinIs er bij een zorgdomein een verplicht meetdomein, dan wordt de respons van een traject bepaald door alleen naar dat specifieke meetdomein te kijken. In onderstaand voorbeeld is voor het zorgdomein "Volwassenen Cure" het meetdomein "Klachten en Symptomen" het verplichte meetdomein. Niet Verplicht meetdomeinIs er bij een zorgdomein geen verplicht meetdomein aangewezen, dan wordt de respons van een traject bepaald door naar alle meetdomeinen te kijken. Het beste resultaat over al deze meetdomeinen bepaald dan ook de respons van het traject. Mogelijke uitkomstenEen traject kan 4 mogelijke uitkomsten hebben. In onderstaande opsomming wordt dit weergegeven.
BehandeltrajectenBij het bepalen van de respons wordt ook gekeken naar de typering van de behandeltrajecten. Trajecten die geen inhoudelijke activiteit hebben worden gedefinieerd als 'niet meetbare' trajecten. In de meeste rapportages wordt alleen informatie getoond over de meetbare trajecten. |
De rapportages
Totaaloverzicht
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Hiermee ziet u in één oogopslag alle cruciale Repons-kengetallen, zoals responspercentage, aantal afgesloten (DBC- en BasisGGZ) trajecten en het aantal geldige voor- en nametingen.
|
Afgesloten trajecten
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Een overzicht van de afgesloten trajecten, waarbij het aantal afgesloten trajecten en het percentage geldige voor- en nametingen zichtbaar zijn. Aan de rechterzijde wordt het respons getoond van alle geselecteerde trajecten. De opbouw daarvan vindt u in de vier andere grafieken die het beste met de klok mee vanaf linksonder gelezen kunnen worden. Alleen de meetbare trajecten worden binnen deze rapportage meegenomen
|
Openstaande trajecten
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Een overzicht van de openstaande trajecten, waarbij het aantal trajecten en hun percentage geldige voor- en nametingen zichtbaar zijn. Aan de rechterzijde wordt het percentage geldige voormetingen van alle geselecteerde openstaande trajecten getoond. Daarnaast zijn er drie grafieken, waarbij de maand correspondeert met de maand waarin het traject gestart werd. Alleen de meetbare trajecten worden binnen deze rapportage meegenomen
|
Potentieel
Expand | ||
---|---|---|
| ||
De rapportage Potentieel geeft (de frequentie van) de basisredenen, waarom metingen niet geldig zijn. Daarnaast geeft het dashboard de impact per reden op het respons. Alleen de meetbare trajecten worden binnen deze rapportage meegenomen Een traject kan drie statussen hebben: Geldige meting, geen meting en geen geldige meting. Van de geen geldige metingen staan de oorzaken eronder vermeld. Nb: Zoals in onderstaand voorbeeld te zien is kan het totaal van de individuele oorzaken hoger zijn dan het totaal van geen geldige metingen, omdat er meer dan één reden kan zijn dat een meting ongeldig is.
In blauw is aangegeven hoe hoog het responspercentage had kunnen zijn indien alle afgenomen metingen geldig waren geweest. Dit is uw potentiële respons, deze is dus altijd gelijk of hoger dan uw huidige respons. Wijkt uw potentiële responspercentage veel af van uw huidige? Dan is er een grote verbetering mogelijk in het uitvoeren van geldige metingen. Let op: Enkel de dik gedrukte percentages tellen op tot 100%. Een ongeldige meting kan immers wegens meer dan één redenen ongeldig bevonden worden. |
Casemix
Expand | ||
---|---|---|
| ||
De casemix bestaat uit de volgende patiëntkenmerken: leefsituatie, opleidingsniveau, diagnose, postcode, geboortejaar, geslacht en GAF score. In de staafdiagram % Casemix totaal wordt het casemixpercentage per maand getoond. In de staafdiagram % Casemix per subgroep wordt het casemixpercentage per onderdeel getoond. De overige staafdiagrammen tonen de aanwezige casemix-variabelen per maand. Alleen de meetbare trajecten worden binnen deze rapportage meegenomen |
Voormetingen per locatie
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Voormetingen per locatie laat het percentage en aantal geldige voormetingen per maand en per locatie zien. Dit overzicht is enkel zichtbaar als 'Organisatie niveau 2' is ingevuld bij beheer/organisatie. Wanneer het percentage boven de 80% is, wordt de achtergrond groen weergegeven, tussen de 50% en 80% is de achtergrond oranje en onder de 50% rood. Alleen de meetbare trajecten worden binnen deze rapportage meegenomen |
Nametingen per locatie
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Nametingen per locatie laat het percentage en aantal geldige nametingen per maand en per locatie zien. Dit overzicht is enkel zichtbaar als 'Organisatie niveau 2' is ingevuld bij beheer/organisatie. Wanneer het percentage boven de 80% is, wordt de achtergrond groen weergegeven, tussen de 50% en 80% is de achtergrond oranje en onder de 50% rood. Alleen de meetbare trajecten worden binnen deze rapportage meegenomen |
Completers per behandelaar
Expand | ||
---|---|---|
| ||
Completers per behandelaar laat het percentage en aantal completers per maand en per behandelaar zien. Wanneer het percentage boven de 80% is, wordt de achtergrond groen weergegeven, tussen de 50% en 80% is de achtergrond oranje en onder de 50% rood. Alleen de meetbare trajecten worden binnen deze rapportage meegenomen |