De koppelregels voor SBG voor het bepalen van de responspercentage zijn op basis van geldige voor- en nametingen en moeten aan de volgende eisen voldoen:
...
ROM-respons is - in de definitie van SBG - de proportie diagnosebehandelcombinaties die is aangeleverd inclusief voor- én nametingen, zodat de informatie bruikbaar is voor benchmarken op behandeluitkomst. Hierbij moeten de DBC’s ook evalueerbare DBC’s zijn. Dat wil zeggen, dat de metingen zijn aangeleverd volgens de koppelregels van de Minimale Data Set.
De koppelregels voor SBG of voor- en nametingen geldig zijn als volgt:
...
- per DBC-traject wordt gekeken wat het eerste of laatste behandelcontact is op basis van de volgende activiteiten binnen het traject: act_2 (intake), act_3 (behandeling), act_4 (begeleiding) en act_9 (dagbesteding)
- het gaat om behandeltrajecten, diagnostiek of indirecte DBC-trajecten tellen niet mee (“geëxcludeerd”).
- de meetinstrumenten komen overeen met de meetinstrumenten die SBG per zorgdomein/meetdomein combinatie accepteert.
- de meting valt binnen de geldige periode van drie(3) maanden: voormeting voor of na het eerste behandelcontact en nameting voor of na het laatste behandelcontact.
- de meetinstrumenten van de voor- en nameting zijn aan elkaar gelijk,
...
- omdat een behandeling met ongelijke meetinstrumenten
...
- niet
...
- te evalueren is.
- de respondenten van de voor- en nameting zijn aan elkaar gelijk.
- voor alle verplichte meetdomeinen is een voor- en nameting vereist.
Per 1 januari 2016 zijn nieuwe koppelregels vastgesteld door SBG. Daarmee zijn de koppelregels voor alle zorgdomeinen gelijk, zoals boven samengevat. Tot 1 juli 2016 kan nog op basis van de oude koppelregels worden aangeleverd. Die kunnen afwijken van bovenstaande koppelregels, met name voor EPA.
View file | ||||
---|---|---|---|---|
|